Waarom ontstaat soms kort na het aanbrengen van een sierpleister een gele tot bruine verkleuring en hoe kan dit worden voorkomen?
Sigarettenrook, vettige kookdampen en open haardrook veroorzaken op den duur aanslag op wanden. Dit soort aanslagvervuiling komt met name voor in de woonkamer en de keuken. Achter wandversieringen zoals schilderijen is geen vervuiling zichtbaar, ook niet in de hoeken van wanden met plafonds.
Als deze vervuilde wanden behandeld worden met een traditioneel sierpleistersysteem, is de kans groot dat het vuil op korte termijn ‘doorslaat’, en dus weer zichtbaar wordt aan het oppervlak. Dat komt doordat de ondergrond bij het aanbrengen van een sierpleister vochtig wordt. De pleister bevat immers water als bestanddeel. In dat water kan het vuil van het oppervlak gedeeltelijk oplossen. Tijdens het drogingproces verdampt het water. Hierbij wordt de opgeloste vervuiling naar het oppervlak van de sierpleister getransporteerd. Het gevolg: De aanslag is weer zichtbaar.
Oplossing
Wie een vervuild oppervlak goed dekkend wil afwerken, moet eerst de vervuiling zoveel mogelijk verwijderen, en de wanden daarna goed laten drogen. Vervolgens gebruikt men een isolatiemiddel dat voorkomt dat verontreiniging door de sierpleister heen weer zichtbaar wordt. In de meeste gevallen is Brander Isostreichgrund een goede optie. Dit product heeft een dubbele werking: Het isoleert de vervuiling, en maakt de ondergrond gereed voor verdere afwerking met een sierpleister.